Hostname: page-component-76fb5796d-qxdb6 Total loading time: 0 Render date: 2024-04-30T05:52:58.660Z Has data issue: false hasContentIssue false
  • English
  • Français

A ‘Chronique Scandaleuse’ The Batavia Harbour Issue, 1832–1877

Published online by Cambridge University Press:  22 April 2010

Arjan Veering
Get access Rights & Permissions [Opens in a new window]

Extract

Nothing less than a revolution! The Dutch prince Hendrik had no doubts about the impact of the Suez Canal, cutting through the isthmus between the Mediterranean and the Red Sea. At the end of 1869, having witnessed the opening of this new waterway, the prince remained in Egypt for six weeks to study the possible benefits for Dutch trade and shipping. As one of the driving spirits behind the modernization of the Dutch maritime industry he earned himself the epithet ‘the seafarer’. In the following year he played an active role in the founding of the Stoomvaart Maatschappij Nederland (SMN), the first Dutch steam shipping line to the Netherlands Indies.

Type
Articles
Information
Itinerario , Volume 30 , Issue 1 , March 2006 , pp. 59 - 82
Copyright
Copyright © Research Institute for History, Leiden University 2006

Access options

Get access to the full version of this content by using one of the access options below. (Log in options will check for institutional or personal access. Content may require purchase if you do not have access.)

References

Bibliography of Works Cited

Algemeen Rijksarchief (ARA), The Hague: Collection Ministry of Colonial Affairs, 1850–1900 (MiKo). Collection Nederlandsch Indische Spoorweg Maatschappij (MS). Collection Stoomvaart Maatschappij Nederland (SMN).Google Scholar
Arsip Nasional Republik Indonesia (ANRI), Jakarta: Collection Pasar Ikan 1800–1921 (PI).Google Scholar
Koninklijk Huis Archief (KHA), The Hague: Collection ZKH Prins Hendrik der Nederlanden, 1820—1879 (Hendrik).Google Scholar
Berg, N.P. van den, Het geprojecteerden havenplan voor Batavia te Tandjong Priok (Batavia, 1876).Google Scholar
Berg, N.P. van den, ‘Napleiten over de Bataviasche havenquaestie’, Tijdschrift voor Nederlandsch-Indië 5/1 (1876), 54–61.Google Scholar
Berg, N.P. van den, Munt-, Crediet-, en Bankwezen, Handel en Scheepuaart in Nederlandsch-Indië; Historisch-statistsche bijdragen (The Hague, 1907).CrossRefGoogle Scholar
Boer, M.G. de, Gedenkboek der Stoomuaart Maatschappij Nederland, 1870–1920 (Amsterdam, 1920).Google Scholar
Boer, M.G. de, De haven van Amsterdam en haar verbinding met de zee (Amsterdam, 1926).Google Scholar
Bosse, M.J. van, Gegevens en beschouwingen omtrent de haven van Tandjong Priok naar aanleiding van het verhandelde in de Vergaderingen van het Indisch Genootschap en het Koninklijk Instituut van Ingenieurs van 12 November 1884 en 10 Februari 1885 (Batavia, 1885).Google Scholar
Bruining, P., ‘De reede van Batavia’, Verhandelingen en berigten betrekkelijk het zeewezen en de zeevaartkunde 12 (1852), 201–217.Google Scholar
Bruining, P., ‘De reede van Batavia, II’, Verhandelingen en berigten betrekkelijk het zeewezen en de zeevaartkunde 13 (1853), 372–387.Google Scholar
Bruining, P., ‘De te maken haven voor Batavia’, Tijdschrift voor Nederlandsch-Indië 1/2 (1872), 64–69.Google Scholar
Bruining, P., ‘De haven te Tandjong Priok-Batavia’, Tijdschrift voor Nederlandsch-Indië 6/1 (1877), 99–116.Google Scholar
Bruining, P., Eene zeehaven voor Batavia; verzameling van officieele bescheiden uitgegeven door de Kamer van Koophandel en Nijverheid te Batavia (Batavia, 1872).Google Scholar
Elgin, J., Letters and Journals of James, Eighth Earl of Elgin, Governor of Jamaica, Governor-General of Canada, Envoy to China, Viceroy of India, ed. Walrond, Th. (First Edition 1872; Second edition London, 1873).Google Scholar
Fokkens, F., Praktische handleiding voor reizigers van het Nieuwe Diep naar Batavia door het Suez-Kanaal met de booten der Stoomvaart-Maatschappij Nederland (Delft, 1875).Google Scholar
Groll, J., Eene zeehaven voor Batavia: mijn indrukken over de verzameling van officieele bescheiden uitgegeven door de Kamer van Koophandel en Nijverheid te Batavia (Rotterdam, 1873).Google Scholar
Jongh, G.J. de, ‘Stad- en havenuitbreiding van Rotterdam, in de laatste vijftig jaren’, Gedenkboek uitgegeven ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs (1847–1897) (The Hague, 1897), 125–127.Google Scholar
Kloppenburg, J., De haven van Batavia (Batavia, 1866).Google Scholar
Krajenbrink, J.A., Een havenplan voor Batavia (Batavia, 1871).Google Scholar
Maarschalk, D., Ontwerpen voor eene zeehaven beoosten het bestaande havenkanaal te Batavia: behoort bij de memorie tot toelichting der ontwerpen voor eene zeehaven beoosten het bestaande havenkanaal te Batavia (Batavia, 1873–1874).Google Scholar
Meijier, J.E. de, Aanleg van eene zeehaven te Tandjong Priok (The Hague, 1893).Google Scholar
Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek eds Molhuysen, P.C. and Kossmann, K.H. (Leiden, 1911–1937), 10 vols.Google Scholar
Raders, W. van, ‘Historische schets bij de aanbieding aan het Koninklijk Instituut van Ingenieurs van eenige bescheiden betreffende eene voorgestelde haven voor Batavia’, Tijdschrift van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs 6 (1875), 120–134.Google Scholar
Rapport der Kommissie ingesteld bij gouvernementsbesluit van den 9den Januarij 1873, no. 28 met het doel om de kwestie omtrent de geschikste plaats waar eene zeehaven voor Batavia kan worden daargesteld, te beoordelen (Batavia, 1874).Google Scholar
Schram, M.J., Het goedgekeurde havenplan voor Batavia te Tandjong Priok: beschouwingen over de jongste nota van den wd. voorzitter der Kamer van Koophandel en Nijverheid te Batavia en over het daarbij behoorend aan Z.E. den Gouverneur-generaal gerigte schrijven der Kamer, d.d. 3 November 1876, no. 51 (Batavia, 1876).Google Scholar
Stukken over de geprojecteerde havenwerken te Tandjong-Priok (Batavia, 1876).Google Scholar
Swaving, C., Batavia's sanitairegeschiedenis onder het bestuur van de Oost-lndische Maatschappij (s.l., 1878). Reprint from Nederlandsch Tijdschrift voor Geneeskunde.Google Scholar
Waal, E. de, Onze Indische financiën: Nieuwe reeks aanteekeningen (The Hague, 1880), Vol. 4.Google Scholar
Abeyasekere, S., Jakarta: A History (Oxford, 1987).Google Scholar
Adas, M., Machines as the Measure of Men: Science, Technology and Ideologies of Western Dominance (Ithaca, 1989).Google Scholar
Bossenbroek, M., Holland op zijn breedst: Indië en Zuid-Afrika in de Nederlandse cultuur omstreeks 1900 (Amsterdam, 1996).Google Scholar
Brugmans, I.J., Tachtig jaren varen met de Nederland (Den Helder, 1950).Google Scholar
Campo, J.N.F.M., Koninklijke Paketuaart Maatschappij: Stoomvaart en Staats-vorming in de Indonesische Archipel, 1888–1914 (Hilversum, 1992).Google Scholar
Dharmasena, K., The Port of Colombo 1860–1939 (Colombo, 1980).Google Scholar
Doom, J.A.A. van, De laatste eeuw van Indië: Ontwikkeling en ondergang van een koloniaal project (Amsterdam, 1994).Google Scholar
Headrick, D.R., The Tools of Empire: Technology and European Imperialism in the Nineteenth Century (Oxford, 1981).Google Scholar
Headrick, D.R., The Tentacles of Progress: Technology Transfer in the Age of Imperialism, 1850–1940 (Oxford, 1982).Google Scholar
Huff, W.G., The Economic Growth of Singapore: Trade and Development in the Twentieth Century (Cambridge, 1994).CrossRefGoogle Scholar
Jellema, R.A., Nederlandsch-lndische spoorwegpolitiek (The Hague, 1929).Google Scholar
Knaap, G.J., Changing Economy in Indonesia, Vol. 9: Transport, 1819–1940 (Amsterdam, 1989).Google Scholar
Knaap, G.J., Shallow Waters, Rising Tide: Shipping and Trade in Java around 1775 (Leiden, 1996).CrossRefGoogle Scholar
Lindblad, J.Th., ed., Historical Foundations of a National Economy in Indonesia, 1890s–1990s (Amsterdam, 1996).Google Scholar
Meijer, H., De stad en de haven; stedebouw als culturele opgave in London, Barcelona, New York en Rotterdam; veranderende relaties tussen stedelijke open-bare ruimte en grootschalige infrastructuur (Utrecht, 1996).Google Scholar
Merrillees, S., Batavia in Nineteenth Century Photographs (Singapore, 2000).Google Scholar
Ravesteijn, W., De zegenrijke heeren der wateren; irrigatie en staat op Java, 1832–1942 (Delft, 1996).Google Scholar
Reitsma, S.A., De verkeersbedrijuen van den staat; spoorwegen, post-, telegraaf- en telefoondienst, havenwezen (Weltevreden, 1924).Google Scholar
Termorshuizen, G., Journalisten en heethoofden: Een geschiedenis van de Indisch-Nederlandsche dagbladpers 1744–1905 (Amsterdam, 2001).CrossRefGoogle Scholar
Colombijn, F., ‘Uiteenlopende spoorrails; de verschillende ideeën over spoorwegaanleg en ontginning van het Umbilin-kolenveld in West Sumatra 1868–1891’, Bijdragen en Mededelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden 107 (1992), 437–458.Google Scholar
Goey, F.M.M. de, ‘Water- en luchttransport in Nederland, 1814–1990’, in Goey, F.M.M. de, ed., Zee-, binnen-, luchtvaart en hulpbedrijuen van het vervoer. Een geschiedenis en bronnenoverzicht (Amsterdam 1993), 5–59.Google Scholar
Kidwai, A.H., ‘Conceptual and Methodological issues; Ports, Port Cities and Port-Hinterlands’, in Banga, I., ed., Ports and their Hinterlands in India, 1700–1950 (New Delhi, 1992), 7–43.Google Scholar
Kuitenbrouwer, M. and Schijf, H., ‘The Dutch Colonial Business Elite at the Turn of the Century’, Itinerario 23/1 (1998), 61–86.CrossRefGoogle Scholar
Murphy, R., ‘On the Evolution of the Port City’, in Broeze, F., ed., Bride of the Sea. Port Cities of Asia from the 16th–20th Centuries (Kensington, 1989), 223–245.Google Scholar
‘Vaartuigen’, in Encyclopaedie van Mederlandsch-Indië Vol. 5 (The Hague, Leiden, 1927), 421–446.Google Scholar
Veering, A., ‘Knopen in het maritieme netwerk. Vorming van het havenstelsel’, in Ravesteijn, W. and Kop, J., red., Bouwen in de archipel. Burgerlijke Openbare Werken in Nederlands-Indië en Indonesië 1800–2000 (Zutphen, 2004), 128–157.Google Scholar
Boomgaard, P., ‘The Windmills of the Mind. Dutch Introductions of Pre-modern European Technology in Asia, 1600–1800’, ATMA-KITLV Colloquium, Kuala Lumpur, Malaysia, 20–21 November 2000.Google Scholar