Toen in September 1939 de oorlog uitbrak, waren van de oorlogvoerende mogendheden er drie (Duitsland, Polen en Frankrijk) bij de Internationale Verdragen betreffende het goederenvervoer per spoorweg (C.I.M.) en het vervoer van reizigers en bagage per spoorweg (C.I.V.) aangesloten. Welke gevolgen had de oorlogstoestand voor de geldigheid van deze Verdragen?